Goed bestuur

Voorbeelden van aansprakelijkheid

Persoonlijke aansprakelijkheid

Welke situaties kunnen leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder? Hieronder volgen enkele situaties die kunnen leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders. De lijst is niet volledig maar bedoeld om inzicht te geven in welke situatie interne of externe aansprakelijkheid naar voren komt. Realiseer je daarbij dat het de rechter is die een definitief oordeel geeft en dat is afhankelijk van de specifieke, individuele situatie. Het overzicht is zeker niet uitputtend.

Persoonlijke aansprakelijkheid betekent kort samengevat het volgende. Indien je door de rechter aansprakelijk bent gesteld – jouw gedrag als bestuurder is verwijtbaar en er is schade – dan moet je gaan betalen en kan het je auto, spaargeld, huis, juwelen, (een deel van je) inboedel kosten e.d. Het komt allemaal uit jouw privévermogen.

Je kunt persoonlijk aansprakelijk worden gesteld als je:

  • Nalaat een boekhouding bij te houden of de balans en staat van baten en lasten niet of te laat opmaakt. De termijn is 6 maanden na afloop van het boekjaar. Daaronder valt ook een misleidende voorstelling van de positie van de vereniging/stichting in de balans en staat van baten en lasten zowel bij de eindcijfers als bij de tussentijdse cijfers.
  • Zonder behoorlijke voorbereiding inclusief adequate deskundige inbreng beslissingen neemt met verregaande financiële consequenties. En zonder aandacht te besteden aan het behoorlijk op schrift stellen van gemaakte afspraken.
  • Voor de rechtspersoon nadelige verplichtingen aangaat, terwijl je als bestuurder weet dat een faillissement op korte termijn er aan komt.
  • De kredietbewaking verwaarloost met als gevolg dat je niet meer weet bij wie geld uitstaat en aan wie je nog geld verschuldigd bent.
  • In situaties van dreigende faillissement crediteuren van de rechtspersoon selectief betaalt.
  • De toezichthouders niet of niet op tijd informeert over ontwikkelingen die voor hen van belang zijn met als gevolg dat zij hun rol niet goed kunnen vervullen.
  • Handelen in strijd met het doel van de rechtspersoon zoals genoemd in de statuten.
  • Als de andere bestuurders onvoldoende deskundig of besluiteloos zijn. Bijvoorbeeld door het faillissement van de rechtspersoon niet aan te vragen, als duidelijk is dat de rechtspersoon de verplichtingen niet meer kan nakomen en je handelt zelf ook niet, je bent passief.
  • Risicovolle financieringen verstrekt aan derden, bestuurders of aandeelhouders zonder daarvoor zekerheid te vragen en het gevolg is dat de schuldenaar – jouw stichting of vereniging – niet zijn verplichtingen nakomt.
  • Verplichtingen aangaat waarvan bekend is dat de rechtspersoon ze niet kan nakomen.
  • ‘Zwart’ geld ontvangt en ‘zwart’ betaalt.
  • Aan ongerechtvaardigde persoonlijke verrijking doet. Bijvoorbeeld het bestuurslid verantwoordelijk voor de inkoop van de sportkantine ‘koopt” ook voor zichzelf in.
  • Niet voldoen aan de in een subsidie gestelde eisen, waardoor een ontvangen subsidie wordt teruggevorderd.
  • Geen reservering maakt voor een (voorzienbare) naheffing van vennootschapsbelasting.
  • De complete ledenadministratie in strijd met de AVG verkoopt aan een onlinemarketingbureau.

Relevante evenementen

Heb je nog vragen? Wij helpen je graag!