Aan de vooravond van zowel de gemeenteraadsverkiezingen als Internationale Vrouwendag, vond op 6 maart jl. gingen 15 politieke partijen met elkaar Het Grote Haagse Emanicpatiedebat 2018 aan. De locatie was toepasselijk, de Raadzaal van het Stadhuis aan het Spui. De partijen gingen twee om twee in debat over de stellingen vijf stellingen, die werden ingeleid door Charlie Ortega, adjunct-directeur van PEP.
Het debat werd georganiseerd door het HEN (Haags Emanicpatie Netwerk). In dit platform zitten vertegenwoordigers van vele maatschappelijke organisaties, waaronder Stichting Yasmin, Stichting Sarita, COC Haaglanden, Stichting Kaabassi, Haagse Emancipatie Ambassadeurs en PEP Den Haag. Het HEN is opgericht om het belang van emancipatie te blijven onderstrepen en ervoor te zorgen dat dit onderwerp niet van de agenda verdwijnt.
Een uitgebreide video-registratie volgt nog. Lees hier alvast het verslag dat Yasmin maakte en bekijk ook onderstaande registratie van Den Haag TV.
Hieronder de stellingen waarover PvdA Den Haag, D66 Den Haag, Haagse Stadspartij, GroenLinks Den Haag, CDA Den Haag, Samen 070, Bond Voor Studentenactie, HaagseToekomst, NIDA Den Haag, Groep de Mos / Hart voor Den Haag, PVV Den Haag, Partij voor de Dieren Den Haag, De Haagse VVD Forum voor Den Haag – FVDH en SP Den Haag debatteerden. Wilt u doorpraten over deze stellingen, of advies over emancipatie- en diversiteitsbeleid? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Stelling 1
Van de vrouwen in Den Haag heeft 54% een betaalde baan van meer dan 12 uur per week, van de mannen is dat ongeveer 66%. 13.000 Vrouwen zijn werkloos en 75.000 vrouwen hebben geen baan en zoeken daar ook niet naar. Naar verhouding zijn er veel minder projecten met een structurele aanpak met als doel het bevorderen van de maatschappelijke- en arbeidsparticipatie van laag opgeleide niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen.
De stelling luidt dan ook: Er wordt te weinig gedaan voor vrouwen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.
Stelling 2
Zonder een startkwalificatie maak je weinig kans op een baan waarin je je kan ontwikkelen voor de toekomst. Een moeilijk bereikbare doelgroep is de laaggeletterde 45+ Hagenaar die veelal uit schaamte geen gebruik maakt van het gemeentelijke aanbod op het gebied van taalonderwijs. Uit verschillende gesprekken blijkt dat het aanbieden van taal maatwerk is.
De stelling luidt dan ook: De drempel om te studeren voor mensen zonder startkwalificatie moet worden verlaagd.
Stelling 3
Een veilige samenleving is een sociale samenleving. De overheid moet borg staan voor een samenleving waarin burgers zich veilig voelen in de huiselijke sfeer, op straten en in wijken. Kwetsbare groepen moeten op de overheid kunnen rekenen. Acht partijen in de Haagse gemeenteraad hebben samen het Roze Stembusakkoord gesloten. In het akkoord spreken de partijen af zich in te zetten voor meer voorlichting op scholen, een betere registratie van geweld tegen LHBTQIA+’ers, speciale aandacht voor vluchtelingen en meer ontmoetingsplekken voor jongeren die vanuit hun culturele of religieuze achtergrond extra steun verdienen om zichzelf te kunnen zijn.
De stelling luidt dan ook: Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid om inburgeraars mee te nemen in onze waarden omtrent seksuele vrijheid.
Stelling 4
Kinderopvang moet toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief goed zijn. Voor de economische zelfstandigheid van vrouwen en de ontwikkeling van kinderen is kwalitatief goede kinderopvang van groot belang. Keuzevrijheid voor ouders staat hierbij voorop. Keuzevrijheid om werk en kinderen naar eigen inzicht te kunnen combineren. Echter, niet voor iedere doelgroep is dit betaalbaar.
De stelling luidt dan ook: Een dure kinderopvang zorgt voor ongelijke posities tussen verschillende groepen vrouwen.
Stelling 5
Diversiteit op de werkvloer maakt het voor werkgevers uit de publieke en private sector mogelijk om optimaal in te spelen op verschillende klantengroepen en vernieuwingen door te voeren. Hoe kunnen we voorkomen dat gecreëerde banen van de gemeente relatief meer bij mannen dan bij vrouwen terecht komen? Hoe kunnen we voorkomen dat traditionele ideeën de overhand krijgen, in de zin van ‘uiteindelijk is het voor mannen als kostwinners belangrijker om betaald werk te hebben dan voor vrouwen’. Hoe zorgen we er voor dat de inspanningen van de Werkbedrijven er op gericht zijn om naar verhouding evenveel mannen als vrouwen te bereiken?
De stelling luidt dan ook:
De gemeente moet werken met quota in haar personeelsbeleid.